Responsive image

Artikel 3 Categorieën van ondernemingen en groepen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Categorieën van ondernemingen en groepen

1.

Wanneer zij gebruik maken van één of meer van de keuzemogelijkheden in artikel 36, omschrijven de lidstaten micro-ondernemingen als ondernemingen die op de balansdatum de grensbedragen voor ten minste twee van de drie volgende criteria niet overschrijden:

a) balanstotaal: 350 000 EUR;

b) netto-omzet: 700 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 10.

2.

Kleine ondernemingen zijn ondernemingen die op de balansdatum de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

a) balanstotaal: 4 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 8 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 50.

De lidstaten kunnen drempelwaarden bepalen die de drempelwaarden in punten a) en b) van de eerste alinea overschrijden. De drempelwaarden mogen evenwel niet hoger zijn dan 6 000 000 EUR voor het balanstotaal en 12 000 000 EUR voor de netto-omzet.

3.

Middelgrote ondernemingen zijn ondernemingen die geen micro-ondernemingen of kleine ondernemingen zijn en die op de balansdatum de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

a) balanstotaal: 20 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 40 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.

4.

Grote ondernemingen zijn ondernemingen die op de balansdatum ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijden:

a) balanstotaal: 20 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 40 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.

5.

Kleine groepen zijn groepen bestaande uit in een consolidatie op te nemen moeder- en dochterondernemingen die, op geconsolideerde basis, op de balansdatum van de moederonderneming de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

a) balanstotaal: 4 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 8 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 50.

De lidstaten kunnen drempelwaarden bepalen die de drempelwaarden in punten a) en b) van de eerste alinea overschrijden. De drempelwaarden mogen evenwel niet hoger zijn dan 6 000 000 EUR voor het balanstotaal en 12 000 000 EUR voor de netto-omzet.

6.

Middelgrote groepen zijn groepen, andere dan kleine groepen, die bestaan uit in een consolidatie op te nemen moeder- en dochterondernemingen die, op geconsolideerde basis, op de balansdatum van de moederonderneming de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

a) balanstotaal: 20 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 40 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.

7.

Grote groepen zijn groepen bestaande uit in een consolidatie op te nemen moeder- en dochterondernemingen die, op geconsolideerde basis, op de balansdatum van de moederonderneming de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijden:

a) balanstotaal: 20 000 000 EUR;

b) netto-omzet: 40 000 000 EUR;

c) gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 250.

8. De lidstaten staan toe dat de in artikel 24, lid 3, bedoelde verrekening en elke uit artikel 24, lid 7, voortvloeiende weglating niet worden verricht wanneer in de leden 5 tot en met 7 genoemde grensbedragen worden berekend. In dergelijke gevallen worden de grensbedragen betreffende het balanstotaal en de netto-omzet vermeerderd met 20 %.

9. Voor de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, is de tegenwaarde van de in de leden 1 tot en met 7 vastgestelde bedragen in de nationale munteenheid, de waarde die wordt verkregen door toepassing van de wisselkoers die wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie per datum van inwerkingtreding van de richtlijnen waarin die bedragen worden vastgesteld.

Voor de omzetting in de nationale munteenheid van de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, mogen de bedragen in euro die zijn vastgesteld in de leden 1, 3, 4, 6 en 7 met niet meer dan 5 % worden vermeerderd of verminderd om in de nationale munteenheid ronde bedragen te verkrijgen.

10. Indien een onderneming of een groep op de balansdatum twee van de drie in de leden 1 tot en met 7 genoemde criteria overschrijdt of niet meer overschrijdt, heeft dit voor de toepassing van de in deze richtlijn bedoelde afwijkingen slechts gevolg indien deze omstandigheid zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet.

11. Het in de leden 1 tot en met 7 bedoelde balanstotaal bestaat hetzij uit de totale waarde van de activa bedoeld onder de posten A tot en met E onder „Activa” in de balansindeling zoals vastgesteld in bijlage III, hetzij uit de activa bedoeld onder de posten A tot en met E in de balansindeling zoals opgenomen in bijlage IV.

12. Voor de berekening van de in de leden 1 tot en met 7 vermelde drempelwaarden kunnen de lidstaten eisen dat ondernemingen waarvoor de netto-omzet niet relevant is, inkomsten uit andere bronnen omvatten. De lidstaten kunnen eisen dat moederondernemingen hun drempelwaarden niet op individuele basis maar op geconsolideerde basis berekenen. De lidstaten kunnen ook eisen dat verbonden ondernemingen hun drempelwaarden op geconsolideerde of op geaggregeerde basis berekenen indien dergelijke ondernemingen zijn opgericht met als enig doel de verslaggeving van bepaalde informatie te ontwijken.

13. De Commissie evalueert ten minste om de vijf jaar de in de leden 1 tot en met 7 van dit artikel bedoelde drempelwaarden met het oog op aanpassing aan de gevolgen van de inflatie en stelt, waar passend, overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen tot wijziging van die drempelwaarden vast, rekening houdend met de inflatiemaatstaven als gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.